DNS-records uitgelegd - Mijn Account bij Yourhosting

We gaan over op een nieuwe online klantomgeving; Mijn Yourhosting. Heb je nu een Mijn Account-omgeving, dan blijf hier je producten en gegevens gewoon beheren zoals je gewend bent. Zodra we jouw Mijn Account overzetten naar de nieuwe omgeving 'Mijn Yourhosting', ontvang je van ons een bericht. Heb je al een Mijn Yourhosting-omgeving, ga dan naar het stappenplan DNS voor Mijn Yourhosting. Weet je niet zeker welke omgeving je hebt, kijk dan hier.

In Mijn Account kun je de DNS records van je domeinnaam beheren. We raden aan om de DNS alleen aan te passen als je hier ervaring mee hebt. In dit artikel bespreken we alle typen DNS records. 

Inhoudsopgave

Nameservers of DNS server

Nameservers bewaren de DNS-records van domeinnamen. Met DNS wordt bepaald welke domeinnaam aan welk IP-adres wordt gekoppeld. Deze informatie wordt opgeslagen in nameservers (ook wel DNS server genoemd), zodat je op vaste servers kunt vragen wat de DNS-records van een domeinnaam zijn.

Nameservers aanpassen

De nameservers wijzig je via het DNS- en redirectbeheer in Mijn Account. Als je de nameservers veranderd worden alle DNS-records overgenomen door de nieuwe nameservers. Stel op de nieuwe DNS locatie dus eerst de goede records in om te voorkomen dat je website en mail offline gaan.

Doorloop de volgende stappen om de nameservers van je domeinnaam te wijzigen:

  1. Log in op Mijn Account;
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer;
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je de nameservers wilt aanpassen;
  4. Ga naar Nameservers aanpassen;
  5. Verwijder de bestaande nameservers en vul de nieuwe in;
  6. Klik op Opslaan om de aanpassing op te slaan.

NB: Na het aanpassen van de nameservers kan het tot vier uur duren voordat de aanpassing actief is.

A-record

De A in A-record staat voor Authoritative. Het A-record gebruik je om een (sub)domein te verwijzen naar een IP-adres. Je laat hiermee bijvoorbeeld je domeinnaam mijneigenwebsite.nl verwijzen naar een server of bestemming met als IP-adres 123.45.67.89.  

Een A-record toevoegen

Een A-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een A-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een A-record wilt toevoegen; 
  • Het IP-adres waar je de (sub)domeinnaam naar wilt verwijzen. 

Heb je deze gegevens bij de hand, volg dan de volgende stappen: 

  1. Log in op Mijn Account; 
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je het A-record wilt toevoegen; 
  4. Ga op deze pagina naar het lege DNS-veld onder DNS instellen
  5. Kies bij type voor de optie A
  6. Vul bij het Naam-veld een subdomeinnaam in. Wil je de hele domeinnaam verwijzen dan vul je een @-teken in; 
  7. Vul bij Waarde het IP-adres in; 
  8. Klik op DNS Opslaan

p6ZH7Sp9eExd-i0kCskKgrqSyJvL2w9wJw

CNAME-record

CNAME staat voor Canonical name. Het CNAME-record verwijst een subdomein naar een andere domeinnaam. 

Als alle subdomeinnamen naar hetzelfde IP-adres verwijzen kun je ervoor kiezen het hoofddomein met een A-record naar het IP-adres te verwijzen en alle sub domeinnamen door middel van een CNAME-record naar dit A-record te laten verwijzen. Voordeel hiervan is dat als je IP-adres wijzigt je maar één record aan hoeft te passen.  

Een CNAME-record toevoegen

Een CNAME-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een CNAME-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een CNAME-record wilt toevoegen; 
  • De hostnaam waar je de (sub)domeinnaam naar wilt verwijzen. 

Heb je deze gegevens bij de hand, volg dan de volgende stappen: 

  1. Log in op Mijn Account; 
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je het CNAME-record wilt toevoegen; 
  4. Scroll naar het lege DNS-veld onder DNS instellen
  5. Kies bij type voor de optie CNAME
  6. Vul bij het Naam-veld een subdomeinnaam in. Laat dit veld bij CNAME records nooit leeg; 
  7. Vul bij Waarde de hostnaam in; 
  8. Klik op DNS Opslaan

yWhyEdhlYkVecaeOdMoCL_LObpKSPgmEnQ

MX-record

MX staat voor Mail Exchange. Een MX-record verwijst de domeinnaam naar een mailserver. Je kunt meerdere MX-records instellen. Per record stel je dan in welke prioriteit deze krijgt. Zo bepaal je welk MX-record als eerste gelezen wordt. Als de mail hier niet afgeleverd kan worden gaat het automatisch naar het record met de lagere prioriteit. Hiermee maak je dus een backup om te zorgen dat mail altijd kan worden bezorgd.

Een MX-record toevoegen 

Een MX-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een MX-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een MX-record wilt toevoegen; 
  • De prioriteit van het MX-record;
  • De hostnaam van de server waar je de mail op wilt halen. 

Let goed op dat je oude MX records verwijderd als je geen gebruik meer maakt van deze mailserver. Heb je alle gegevens bij de hand, volg dan de volgende stappen: 

  1. Log in op Mijn Account; 
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je het MX-record wilt toevoegen; 
  4. Ga op deze pagina met DNS-records onderaan naar het lege DNS-veld; 
  5. Kies bij type voor de optie MX
  6. Voeg je een MX-record toe, dan laat je het Naam-veld bijna altijd leeg. Heb je een bijzondere reden om een subdomein in te stellen dan vul je het subdomein hier in. 
  7. Vul bij Waarde de prioriteit in gevolgd door een spatie en de hostnaam; 
  8. Klik op DNS Opslaan. 

N6zuJCzxrCy2f-Mv0LlFkwMP-UHx_wX-qw

TXT-record

TXT is een afkorting voor Text. Het TXT-record verwijst niet naar een locatie maar geeft informatie aan de server die het TXT-record opvraagt. Een TXT-record wordt toegevoegd ter verificatie. Bijvoorbeeld wanneer je een dienst als Exchange Online gebruikt. Tijdens de configuratie moet je dan een TXT-records toevoegen binnen de DNS.   

Een TXT-record toevoegen 

Een TXT-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een TXT-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een TXT-record wilt toevoegen; 
  • De tekst voor het TXT-record. 

Heb je deze gegevens bij de hand, volg dan de volgende stappen: 

  1. Log in op Mijn Account met je klantnummer en wachtwoord; 
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je het TXT-record wilt toevoegen; 
  4. Ga op deze pagina met je bestaande DNS-records naar het lege DNS-veld onderaan; 
  5. Kies bij type voor de optie TXT
  6. Vul bij het Naam-veld een subdomeinnaam in. Als je de hele domeinnaam wilt verwijzen laat je het veld leeg; 
  7. Vul bij Waarde de tekst van het TXT-record in; 
  8. Klik op DNS Opslaan

sN4N7pUuUfZrmpVaEE31TrNrvoJ5Gtgh2w

DKIM

DKIM is een extra keurmerk voor je e-mail. Gebruik je DKIM dan wordt er een extra controle regel aan je e-mail toegevoegd. Deze regel wordt door de ontvanger gebruikt om te controleren of het bericht van een bevoegde server is verzonden. Hiermee voorkom je dat spammers jouw e-mailadres misbruiken.

SPF-record

SPF controleert of een mailserver geautoriseerd is om de mail namens een bepaalde domeinnaam te versturen. Hiermee verklein je de kans dat je e-mail in de spam van de ontvanger komt. 

Het SPF-record stel je in bij DNS- en redirectbeheer in Mijn Account als een TXT-record. Standaard zijn alleen de servers van Yourhosting gemachtigd, het Yourhosting SPF-record ziet er standaard als volgt uit: 

v=spf1 a mx include:_spf.yourfilter.nl -all

Wil je een andere partij machtigen,? Dan kun je het bestaande record aanpassen. De partij waar je server staat kan de tekst aanleveren die je in het record kan toevoegen.

DMARC

Met DMARC kan een mailprovider kenbaar maken hoe andere mailservers om moeten gaan met de resultaten van de SPF of DKIM-controles. Dit gebeurt door het publiceren van een DMARC-beleid in het DNS-record van een domein. 

Bijvoorbeeld: "Als de DKIM-handtekening niet klopt of ontbreekt, of als de verzendende mailserver niet voorkomt in de lijst met geautoriseerde mailserver; behandel deze e-mail dan als SPAM."

Een DMARC-record toevoegen

Je stelt DMARC in via een TXT-record. De naam is  _dmarc en de waarde is de inhoud van het DMARC-record. Deze bestaat uit een aantal tags die het doel van het record weergeven. Meer informatie over de opbouw van een DMARC-record en de verschillende tags lees je op de website van DMARC analyzer.

DANE

DANE is een protocol voor het veilig publiceren van publieke sleutels en certificaten. Dit gaat met behulp van een TLSA-record. Het protocol maakt dus gebruik van de DNS-infrastructuur. Met DNSSEC kan de authenticiteit en de integriteit van DNS antwoordberichten worden geborgd.

CAA-record

CAA staat voor Certificate Authority Authorisation. Dit is een record waarmee een SSL leverancier kan controleren of het toestemming heeft om een SSL-certificaat uit te geven. 

Je kunt meerdere CAA-records toevoegen om zo verschillende SSL uitgevers toestemming te geven. Als je een CAA-record instelt voor een hoofddomeinnaam dan geldt deze ook voor alle sub domeinnamen. Tenzij je voor een subdomeinnaam een apart CAA-record hebt ingesteld. In het CAA-record geef je ook aan welk type SSL-certificaat de uitgever mag uitgeven.  

Een CAA-record toevoegen 

Een CAA-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een CAA-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een CAA-record wilt toevoegen; 
  • Een CAA-flag (Meestal is dit 0. Dit kan een getal tussen de 0 en 255 zijn); 
  • Een CAA-tag als issuer, issuerwild of iodef; 
  • De waarde van de Certificate Authority. 

Je krijgt de bovenstaande onderdelen van de uitgever van je certificaat. Heb je deze gegevens bij de hand volg dan de volgende stappen: 

  1. Log in op Mijn Account; 
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je het CAA-record wilt toevoegen; 
  4. Ga op deze pagina naar het lege DNS-veld onder DNS instellen
  5. Kies bij type voor de optie CAA
  6. Bij CAA-records laat je meestal het Naam-veld leeg. Wil je certificaten voor een subdomein vul deze dan in; 
  7. Vul bij Waarde de flag, tag en autoriteit in gescheiden door een spatie; 
  8. Klik op DNS Opslaan

L3n2pVJrwUsyDJNHrV04t6Wu0xFUoTeqgw

TLSA-record

TLSA staat voor Transport Layer Security Authentication. Het wordt gebruikt om een TLS certificaat aan een domeinnaam te koppelen. TLSA is een protocol voor het veilig publiceren van publieke sleutels en certificaten dat voortbouwt op DNSSEC.  

AAAA-record

Het AAAA-record is een type record waarmee je een (sub)domein kan verwijzen naar een IPv6 adres. Het is vergelijkbaar met een A-record maar zijn dan in een IPv6-formaat. IPv4-adressen stel je in met een A-record, IPv6-adressen stel je in met een AAAA-record. De werking van het AAAA-record is gelijk aan het A-record.  

Een AAAA-record toevoegen

Een AAAA-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een A-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een AAAA-record wilt toevoegen; 
  • Het IPv6-adres waar je de (sub)domeinnaam naar wilt verwijzen. 

Heb je deze gegevens bij de hand, volg dan de volgende stappen: 

  1. Log in op Mijn Account met je klantnummer en wachtwoord; 
  2. Klik op DNS- en redirectbeheer
  3. Klik op de domeinnaam waarvoor je het AAAA-record wilt toevoegen; 
  4. Ga op deze pagina naar het lege DNS-veld onder DNS instellen
  5. Kies bij type voor de optie AAAA
  6. Vul bij het Naam-veld een subdomeinnaam in. Wil je de hele domeinnaam verwijzen dan laat je het leeg; 
  7. Vul bij Waarde het IPv6-adres in; 
  8. Klik op DNS Opslaan

rqW04SiO2GhQlbeZ9q0DnpSsmm78K7KwSg

SRV-record

Het SRV-record wordt gebruikt om je domeinnaam naar een specifieke dienst te verwijzen. Zo wordt het bijvoorbeeld gebruikt om een domeinnaam te koppelen aan een Skype-server. Je voegt het SRV-record meestal toe wanneer een softwareleverancier hierom vraagt.  

Een SRV-record toevoegen

Een SRV-record voeg je via het DNS- en redirectbeheer toe in Mijn Account. Voordat je een SRV-record kunt toevoegen heb je de volgende informatie nodig: 

  • De (sub)domeinnaam waarvoor je een A-record wilt toevoegen; 
  • Een poortnummer; 
  • Een protocol; 
  • Een servicenaam; 
  • De prioriteit van het record; 
  • Het gewicht van het record; 
  • Het doeladres van de service. 

Voeg je een SRV-record toe dan krijg je normaal gesproken de details van de leverancier. Heb je deze gegevens bij de hand volg dan de volgende stappen: 

  • Log in op Mijn Account met je klantnummer en wachtwoord; 
  • Klik op DNS- en redirectbeheer
  • Klik op de domeinnaam waarvoor je het SRV-record wilt toevoegen; 
  • Ga op deze pagina onderaan de bestaande DNS-records naar het lege veld onder DNS instellen
  • Kies bij type voor de optie SRV
  • Vul bij het Naam-veld de servicenaam en het protocol in; 
  • Vul bij Waarde de prioriteit, het gewicht, de poort en dan het doeladres in gescheiden door spaties; 
  • Klik op DNS Opslaan

pZfA5ZJkhL2QaCUkvjnJdw7DmwRnayZIhg

PTR-record / Reverse-DNS

PTR staat voor Pointer Record en koppelt een IP-adres aan een domeinnaam in plaats van een domeinnaam aan een IP-adres. Een PTR-record wordt hierom ook wel Reverse-DNS genoemd. Je kunt Reverse-DNS alleen instellen als je een Unmanaged VPS hebt. Ga hiervoor in Mijn Account naar je VPS en klik op je server voor een overzicht van alle instellingen. Hier vind je ook de knop 'Reverse-DNS instellen'.

Iz3F7HRMLtCG-8oDNv6l8-zbYopGbup4gA


D
Dmitri is the author of this solution article.

Was dit antwoord nuttig? Ja Nee

Feedback versturen
Het spijt ons dat we u niet hebben kunnen helpen. Als u feedback geeft, kunnen we het artikel verbeteren.